Trots lopen Aad den Heijer en Marianne Smit door ‘hun’ Groene Kerkje. Beide zijn lid van het vijfkoppige College van Kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente Oegstgeest, en hebben zich de afgelopen maanden intensief beziggehouden met de onderhoudswerkzaamheden van de Groene- of Willibrordkerk, de bijbehorende kosterswoning en ontmoetingscentrum Willibrords Erf. Nog even en de werkzaamheden zitten erop, en dan kan heel Oegstgeest weer van een prachtig vernieuwd monument genieten.

Den Heijer (bouwmeester) vertelt honderduit over alle werkzaamheden die het afgelopen jaar zijn uitgevoerd. “Het groot onderhoud aan de Groene Kerk, de kosterswoning en Willibrords Erf was hard nodig”, vertelt hij bevlogen. Smit beaamt dat.

“Er zijn geen lijken uit de kast komen vallen, maar het bleek bijvoorbeeld wel dat één van de vier pijlers van de klokkentoren aan vervanging toe was. Goed dat we daar op tijd bij waren!” Het controleren van de klokkentoren gebeurt niet ieder jaar, omdat het aanbrengen van steigers een kostbare zaak is. Nu ze er toch stonden, kon alles geïnspecteerd en geschilderd worden.

“We hebben ook verlichting aangebracht om de klokkentoren en de kerk ’s avonds mooi uit te lichten”, voegt Den Heijer toe, die naar alle waarschijnlijkheid het afgelopen half jaar weinig thuis te vinden was. Hij bedacht ook een oplossing om het zeventiende-eeuwse kerkje op een betere manier te verwarmen. “Bij het oude systeem kwam warme lucht van onderaf de kerk in, om vervolgens naar boven toe, en ook naar het orgel, te verdwijnen. Deze manier van verwarmen zorgde er niet alleen voor dat het koud bleef in de kerk, maar ook dat het orgel snel ontstemd raakte en veel onderhoud nodig had. Het instrument kan alleen goed klinken als de temperatuur met niet meer dan één graad per uur stijgt. Dat is nu opgelost door in de gedeelten waar stoelen staan verhogingen aan te brengen, en daarin vloerverwarming te plaatsen.”

Gecombineerd met een aantal nieuwe radiatoren moet het klimaat in de Groene Kerk voortaan beter te beheersen zijn.

Het hele artikel vindt u hier.